1 Een psalm.
Zing voor de HEER een nieuw lied:
wonderen heeft Hij verricht.
Zijn rechterhand heeft overwonnen,
zijn heilige arm heeft redding gebracht.
2 De HEER heeft zijn overwinning bekendgemaakt,
voor de ogen van de volken zijn gerechtigheid onthuld.
3 Hij heeft gedacht aan zijn liefde en trouw
voor het volk van Israël.
De einden der aarde hebben het gezien:
de overwinning van onze God.
4 Juich de HEER toe, heel de aarde,
juich en jubel, zing het uit.
5 Zing voor de HEER bij de lier,
laat bij de lier uw lied weerklinken.
6 Blaas op de ramshoorn en de trompetten,
juich als de HEER, uw koning, verschijnt.
7 Laat bruisen de zee, met alles wat daar leeft,
laat juichen de wereld met haar bewoners.
8 Laten de rivieren in de handen klappen
en samen met de bergen jubelen
9 voor de HEER, want Hij is in aantocht
als rechter van de aarde.
Rechtvaardig zal Hij de wereld berechten,
de volken oordelen naar recht en wet.
© 2021 Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap