De vaklieden
Ontwerp-zonder-titel-4
1 De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Ik heb mijn keuze laten vallen op Besaleël, de zoon van Uri, de zoon van Chur, uit de stam Juda. 3 Ik heb hem vervuld met goddelijke geest, met wijsheid, vakmanschap en inzicht op allerlei gebied: 4 hij kan ontwerpen maken en ze in goud, zilver, koper en brons uitvoeren, 5 hij kan stenen snijden en zetten en hout bewerken en hij beheerst ook allerlei andere vaardigheden. 6 Oholiab, de zoon van Achisamach, uit de stam Dan, stel Ik als zijn medewerker aan. Allen die hun vak verstaan heb Ik wijsheid geschonken, zodat zij alles kunnen maken waartoe Ik opdracht heb gegeven: 7 de ontmoetingstent, de ark voor de verbondstekst, de verzoeningsplaat die erop moet liggen, alle voorwerpen voor de tent, 8 de tafel en de voorwerpen die erbij horen, de kandelaar van zuiver goud en de bijbehorende voorwerpen, het reukofferaltaar, 9 het brandofferaltaar met het gerei, het wasbekken, het onderstel ervan, 10 de ambtsgewaden, de heilige kleding voor de priester Aäron en de kleding die zijn zonen als priester moeten dragen, 11 de zalfolie en het geurige reukwerk voor het heiligdom. Laat hen alles uitvoeren zoals Ik het je heb opgedragen.’
De sabbatsrust
12 De HEER zei tegen Mozes: 13 ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Neem wel steeds mijn sabbat in acht, want elke generatie opnieuw is die dag voor Mij en voor jullie een teken dat eraan herinnert dat Ik, de HEER, jullie geheiligd heb. 14 Neem de sabbat in acht, want het is voor jullie een heilige dag. Wie hem ontwijdt, moet ter dood gebracht worden; ieder die dan werkt, moet uit de gemeenschap gestoten worden. 15 Zes dagen mag je werken, maar de zevende dag is het sabbat, een dag van volstrekte rust, die aan de HEER gewijd is. Wie op sabbat werkt, moet ter dood gebracht worden.” 16-17 Generatie na generatie moeten de Israëlieten de sabbat in acht nemen en vieren. Voor Mij en hen is die dag een teken van een eeuwigdurend verbond, want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zevende dag heeft Hij gerust om op adem te komen.’
De stenen platen geschonken
18 Nadat de HEER dit alles op de Sinai tegen Mozes had gezegd, gaf Hij hem de twee platen van het verbond, de stenen platen, door Gods vinger beschreven.
De vaklieden
1 De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Ik heb mijn keuze laten vallen op Besaleël, de zoon van Uri, de zoon van Chur, uit de stam Juda. 3 Ik heb hem vervuld met goddelijke geest, met wijsheid, vakmanschap en inzicht op allerlei gebied: 4 hij kan ontwerpen maken en ze in goud, zilver, koper en brons uitvoeren, 5 hij kan stenen snijden en zetten en hout bewerken en hij beheerst ook allerlei andere vaardigheden. 6 Oholiab, de zoon van Achisamach, uit de stam Dan, stel Ik als zijn medewerker aan. Allen die hun vak verstaan heb Ik wijsheid geschonken, zodat zij alles kunnen maken waartoe Ik opdracht heb gegeven: 7 de ontmoetingstent, de ark voor de verbondstekst, de verzoeningsplaat die erop moet liggen, alle voorwerpen voor de tent, 8 de tafel en de voorwerpen die erbij horen, de kandelaar van zuiver goud en de bijbehorende voorwerpen, het reukofferaltaar, 9 het brandofferaltaar met het gerei, het wasbekken, het onderstel ervan, 10 de ambtsgewaden, de heilige kleding voor de priester Aäron en de kleding die zijn zonen als priester moeten dragen, 11 de zalfolie en het geurige reukwerk voor het heiligdom. Laat hen alles uitvoeren zoals Ik het je heb opgedragen.’
De sabbatsrust
12 De HEER zei tegen Mozes: 13 ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Neem wel steeds mijn sabbat in acht, want elke generatie opnieuw is die dag voor Mij en voor jullie een teken dat eraan herinnert dat Ik, de HEER, jullie geheiligd heb. 14 Neem de sabbat in acht, want het is voor jullie een heilige dag. Wie hem ontwijdt, moet ter dood gebracht worden; ieder die dan werkt, moet uit de gemeenschap gestoten worden. 15 Zes dagen mag je werken, maar de zevende dag is het sabbat, een dag van volstrekte rust, die aan de HEER gewijd is. Wie op sabbat werkt, moet ter dood gebracht worden.” 16-17 Generatie na generatie moeten de Israëlieten de sabbat in acht nemen en vieren. Voor Mij en hen is die dag een teken van een eeuwigdurend verbond, want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zevende dag heeft Hij gerust om op adem te komen.’
De stenen platen geschonken
18 Nadat de HEER dit alles op de Sinai tegen Mozes had gezegd, gaf Hij hem de twee platen van het verbond, de stenen platen, door Gods vinger beschreven.