1 Een psalm van David.
HEER, U roep ik aan, snel mij te hulp,
luister naar mij nu ik tot U roep.
‘Wat eten we vandaag?’ vragen kinderen vaak… En ik denk: welk stukje Bijbel zou ik vandaag als geestelijk voedsel aangereikt krijgen? In onze monastieke traditie is elke dag een stevige tijd voor lectio divina (geestelijke lezing) voorzien. Traditioneel lezen we dan het stukje evangelie dat de Rooms-Katholieke Kerk voor die dag bestemt. Dat is soms leuk, soms lastig, soms saai, soms moeilijk – zoals het eten… Maar als christenen ‘staan wij onder het Woord’, geloven wij dat God elke dag tot ons spreekt door de Bijbel, ons grote geloofsboek, en daarom nemen wij het voedsel, de lezing, tot ons zoals het ons aangeboden wordt.
2 ‘Wat eten we vandaag?’ vragen kinderen vaak… En ik denk: welk stukje Bijbel zou ik vandaag als geestelijk voedsel aangereikt krijgen? In onze monastieke traditie is elke dag een stevige tijd voor lectio divina (geestelijke lezing) voorzien. Traditioneel lezen we dan het stukje evangelie dat de Rooms-Katholieke Kerk voor die dag bestemt. Dat is soms leuk, soms lastig, soms saai, soms moeilijk – zoals het eten… Maar als christenen ‘staan wij onder het Woord’, geloven wij dat God elke dag tot ons spreekt door de Bijbel, ons grote geloofsboek, en daarom nemen wij het voedsel, de lezing, tot ons zoals het ons aangeboden wordt.
Laat mijn gebed voor U zijn als reukwerk, mijn geheven handen als een avondoffer.
3 Zet een wacht voor mijn mond, HEER,
een post voor de deur van mijn lippen.
4 Houd mijn hart ver van het kwaad,
verleid het niet tot goddeloze daden
met hen die onrecht bedrijven,
laat mij niet eten van hun lekkernijen.
5 Zou een rechtvaardige mij slaan, het was mij een weldaad, zou hij mij straffen, het was balsem op mijn hoofd.
Zou ik lijden onder de kwaden, dan nog bleef ik bidden,
6 en werden hun leiders van de rotsen geworpen,
van mij hoorden ze woorden van deernis.
7 Verspreid als de aarde, geploegd en omgewoeld,
ligt ons gebeente bij de muil van het dodenrijk.
8 Maar HEER, mijn God, naar U zijn mijn ogen gericht,
bij U schuil ik, giet mijn leven niet weg als water.
9 Behoed mij voor de strik die zij hebben gespannen,
voor de valkuil van hen die onrecht doen.
10 Laat de goddelozen in hun eigen netten raken
en mij alleen ontkomen.