1 Voor de koorleider. Bij snarenspel. Een psalm van David.

2 Antwoord mij als ik roep,
God die mij recht doet.
Geef mij ruimte als ik belaagd word,
wees genadig, hoor mijn gebed.

3 Machtigen, hoe lang nog maakt u mij te schande,
is de schijn u lief, de leugen uw leidraad? sela
4 De HEER schenkt zijn gunst aan wie Hem trouw is,
de HEER luistert als ik tot Hem roep.

5 Beef voor Hem en zondig niet,
bezin u in de nacht en zwijg. sela
6 Breng de juiste offers,
heb vertrouwen in de HEER.

7 Velen zeggen: ‘Wie maakt ons gelukkig?’ –
HEER, laat het licht van uw gelaat over ons schijnen.
8 In U vindt mijn hart meer vreugde
dan zij in hun koren en wijn.

9 In vrede leg ik mij neer
en meteen slaap ik in,
want U, HEER, laat mij wonen
in een vertrouwd en veilig huis.